Nellie en Tjikkie 2010

Bezoek aan het kindertehuis in Nepal

Verslag van de reis naar het project in Nepal door Harmke, haar moeder Nellie Wiersma en tante Tjikkie Bronger uit Sint Annaparochie.

Vol goede moed en met volle rugzakken stonden we zaterdag 16 januari op Schiphol voor onze reis van 12 dagen naar Nepal. Een reis met een tussenstop in Londen en Bahrein, waarvan we uit ervaring weten, dat het totaal ongeveer 16 uren in beslag neemt. IJsvorming aan de vleugels van zo’n bekend mooi blauw toestel gooide eigenlijk direct al roet in het eten. We moesten wachten tot alles ijsvrij was om te kunnen vertrekken. Dit duurde zo lang, dat we de eerste en de volgende aansluiting wel konden vergeten. Het werd een reis van wachten en nog eens wachten, waardoor het een reis werd van bijna veertig uren tot de eindbestemming, de hoofdstad van Nepal, Kathmandu. Een begeleider van het tehuis stond ons daar op te wachten en we zijn met een voor ons bekende kleine taxi, een autootje met ontbrekende of openstaande ramen, naar het tehuis gereden. Een ervaring in de grootste stad van Nepal met z’n vele motorfietsen, busjes, taxi’s en de massa’s mensen te voet. Om het thuisfront op de hoogte te houden en gerust te stellen hebben we nog gauw even gemaild, dat we er eindelijk waren. Gelukkig was het mailen op dat moment mogelijk, omdat er stroom was. Vaak is er geen elektriciteit (bezuinigingen van de overheid) en maken dan de kinderen hun huiswerk bij een kaars of een (olie)lampje. Eenmaal in het tehuis kropen we met onze bleke koppies dan ook direct in onze slaapzakken.
De volgende morgen werden we door één van de begeleiders wakker gemaakt met een kop thee in bed en verwelkomd door de kinderen. “In bed” betekent daar, in je slaapzak op een matje, want matrassen hebben ze daar niet. Bij het slapen na één nacht, zo op de grond, voelen heupen en schouders pijnlijk aan, dat na het opstaan en wat bewegen weer iets draaglijker wordt. Na het eten van de rijst (Dahl bhaat), dat je drie keer per dag krijgt voorgeschoteld (heel soms wit brood met een eitje), beginnen de bezoekjes.
Omdat we niet met euro’s kunnen betalen, hebben we eerst nog wat geld gewisseld in een plaatselijk bankje. Daarna hebben wij een bezoek gebracht aan het gezin van Rajesh, de voorzitter daar van het comité van de Nepalese stichting, die tevens de oprichter is van het CDN (Cultural Destination Nepal). Dit is een organisatie, die diverse programma’s aanbiedt aan vrijwilligers die graag iets meer van de gewoontes en de Nepalese cultuur willen weten. Harmke heeft destijds deelgenomen aan één van de programma’s van deze organisatie. Zij heeft in 2004 Engelse les gegeven op plaatselijke scholen, een onvergetelijke ervaring.
Hierna hebben we het gastgezin opgezocht, het gezin waar Harmke toen 5 maanden logeerde. Bij dit gastvrije gezin, bestaande uit vader, moeder, twee dochters en een zoon, hebben we toen gegeten, herinneringen opgehaald en zijn we na een emotioneel afscheid, door de vader weer naar het tehuis gebracht.
Voor de kinderen in het tehuis brengen we meestal iets mee. Dit keer waren dat truien, poppen en ‘Mens erger je niet’, een hele verrassing. De volgende morgen hebben we de kinderen naar school gebracht. Een school, dicht in de buurt, waar de kinderen bij de opening ’s morgens op het schoolplein in grote rijen gaan staan, gerangschikt van groot naar klein. Bij het horen van bepaalde uitroepen van een leraar, weten de kinderen precies in welke houding ze moeten staan of bewegen. Na een kort gebed lopen ze hierna, klas na klas, de school binnen, waarna de lessen beginnen. Na schooltijd hebben we met de kinderen buiten gespeeld, zoals touwtjespringen en balgooien. Normaal komen de kinderen uit school, doen het schooluniform uit, krijgen thee, gaan daarna onder begeleiding weer leren, een uur spelen, weer leren, eten en daarna naar bed. Alles volgens bepaalde regels, zes dagen per week naar school en op zaterdag vrij.
Terwijl Harmke met het Nepalese comité van de stichting vergaderde, hebben wij de grootste stupa Boudhanath in Kathmandu bezocht, de stupa(tempel) die het Tibetaanse boeddhisme vertegenwoordigd. Een ongelooflijk groot wit rond bouwwerk, omgeven door ontelbare gebedsmolentjes en vlaggetjes. Bijzonder te zien hoe men wandelend rond deze tempel met ��n handbeweging de molentjes laat draaien.
Met Harmke en een begeleider (Nepalees sprekende) hebben we de ouders van de kinderen bezocht, waarbij de thuissituatie en het kind besproken wordt. Ook wordt in het tehuis met de kinderen apart gesproken en op school wordt naar aanleiding van de uitkomst van het gesprek met het hoofd of directeur een evaluatie van deze kinderen gemaakt. De uitkomst is dat het heel goed gaat met al de kinderen in het tehuis en ook met de kinderen uit het tweede project van de stichting. Dit zijn kinderen van ouders die niet de financiële middelen hebben om hun kind naar een goede school te sturen, maar wel in staat zijn hun kind thuis te helpen met huiswerk, omdat ze zelf kunnen lezen en schrijven. De stichting steunt deze kinderen, momenteel drie, financieel voor alleen onderwijs.
Ook hebben we dit keer tassen met kleding kunnen brengen naar een weeshuis in Kathmandu. Een huis waar de ‘kleintjes’ worden gebracht, omdat de ouders niet meer leven, maar ook, omdat een kind niet meer opgevoed kan worden of ongewenst is. Een troosteloze aanblik, waarbij je je schuldig voelt om ze daar zo achter te laten.
Omdat Tjikkie nog niet eerder mee was geweest, stond ook deze keer de lijkverbranding op het programma. Begrafenissen kent men daar niet en is dit de traditie in Nepal van de ‘laatste eer’. Op een plateau aan de oever van een rivier worden de doden eerst uitgekleed, op een stapel hout en takken gelegd, begoten met een soort olie en daarna in brand gestoken. Na de verbranding worden de resten dan in de rivier geschoven, waarmee de ceremonie is beëindigd. Dit keer betrof het een kindje, waarbij zich zulke hartverscheurende taferelen afspeelden, dat we vroegtijdig weer zijn vertrokken.
Een bezichtiging van het koninklijk paleis in Kathmandu zou wegens grote belangstelling en lange rijen wachtenden bij de ingang bijna niet doorgaan. Maar door een militair of beveiliger werden we direct opgemerkt en achter uit de rij gehaald om binnengelaten te worden. Of het nu door onze blanke kleur of onze kleding (toerist) kwam, we zullen het nooit weten. Prachtig om te zien hoe een koning daar woont en leeft, al is ’t Loo bij ons toch echt iets anders.
Het mooiste gedeelte van het land is het noorden tegen de Himalaya. Met een binnenlandse vlucht naar Pokhara (20 minuten) zijn we voor enige dagen daar naartoe geweest om van de omgeving en de besneeuwde toppen van de hoogste bergen van de wereld te genieten. Met het vliegtuig, omdat men anders twee dagen in de bus zit over de bekende verharde en onverharde Nepalese wegen.
Onze reis terug naar huis was even spannend als de heenreis, omdat het wachten (3,5 uur) was op een nog binnenkomend vliegtuig in Kathmandu, dat ons weer richting huis moest brengen. De twee overstappen hebben we gelukkig nog net kunnen halen, waarmee na ongeveer 22 uren onze onvergetelijke reis naar Nepal op Schiphol, waar onze mannen ons opwachtten, eindigde.
Elke keer bij de bezoeken aan ‘onze kinderen’ en de terugblikken erop, doet het de noodzaak versterken deze kinderen naar een school te laten gaan, en hen de kans te geven iets te betekenen voor hun familie, omgeving en land en te knokken voor een beter bestaan.

Stichting Child Support Nepal